De prostaat is een klier die net onder de blaas rond de plasbuis ligt. De prostaat maakt vocht aan dat de zaadcellen beschermt.
Bij een jongvolwassen man heeft de prostaat een volume van ongeveer 10 tot 15 gram. Onder invloed van hormonale veranderingen blijft de prostaat verder groeien.
Vanaf de leeftijd van 40 à 50 jaar kan de prostaat zodanig groot zijn dat deze de plasbuis dichtduwt en plasklachten veroorzaakt.
Men spreekt ook van een goedaardige prostaatvergroting, omdat de toename in volume niks te maken heeft met prostaatkanker.
Welke klachten kan je ervaren?
Door het dichtduwen van de plasbuis bij groter worden van de prostaat ontstaan klachten zoals:
Om de weerstand te overbruggen zal de blaas actiever worden, wat kan leiden tot:
Na verloop van tijd zal de blaas echter lui worden en steeds minder goed leegplassen.
In uitzonderlijke gevallen kan er acute urineretentie ontstaat waardoor je niet meer kan plassen.
Een prostaatvergroting gaat ook vaak samen met klachten van erectiestoornissen.
Hoe ontstaat het?
Het is een natuurlijk proces dat de prostaat groter wordt tijdens het leven van de man.
Maar een vergrote prostaat die leidt tot plasklachten is wel een medisch probleem.
Risicofactoren zijn het familiaal voorkomen van goedaardige prostaatvergroting en leeftijd.
Tussen de 40 en 50 jaar heeft ongeveer 10% van de mannen een goedaardige prostaatvergroting, boven de 90 jaar is dit 80%.
Hoe wordt het vastgesteld?
Een goedaardige prostaatvergroting wordt meestal vermoed door de plasklachten, je arts zal je hiernaar vragen, maar ook naar andere klachten zoals erectiestoornissen.
De diagnose kan worden bevestigd via:
- een prostaatonderzoek:
voor het beoordelen van de prostaat, zoals grootte, verharding
hierbij voelt de arts met een vinger via de aars aan de prostaat
- een bloedonderzoek:
voor het bepalen van de PSA waarde (Prostaat Specifiek Antigen) en eventueel verhoogde ontstekingsparameters
voor het bepalen van de grootte van de prostaat en eventuele afwijkingen zoals tumoren
dit gebeurt met een echografie waarbij een smalle apparaat via de aars wordt ingebracht om de prostaat in beeld te brengen
Voor de uitwerking van de plasklachten en het bepalen van de behandeling zijn onderstaande onderzoeken aangewezen:
- een plaskalender:
brengt plas- en drinkgedrag in kaart
- een uroflowmetrie met residubepaling:
laat toe de plasstraal te beoordelen en of de blaas leeg is na plassen
Zo nodig zullen bijkomende onderzoeken zoals een urineonderzoek, beeldvorming van de nieren en blaas, blaasfunctieonderzoek of cystoscopie worden uitgevoerd.
Hoe wordt het behandeld?
Behandeling van een goedaardige prostaatvergroting is niet nodig als je geen tot weinig hinder ondervindt bij plassen.
Aanpassen van drink-, plas- en stoelgangspatroon kan al volstaan om beperkte plasklachten onder controle te houden.
Zijn de plasklachten wel storend of zijn er tekenen van schade aan de urinewegen door de langdurige weerstand, dan is een behandeling wel aangewezen.
Er is medicatie die de prostaat kan ontspannen of kan verkleinen. Een combinatie van de twee is mogelijk.
Als de blaas overactief is kan ook medicatie om de blaas rustiger te maken worden opgestart.
Als medicatie onvoldoende effect heeft, niet goed verdragen wordt of er is acute urineretentie opgetreden, dan zal worden overgegaan tot een operatie van de prostaat.
Hierbij wordt het teveel aan prostaatweefsel dat de plasbuis dichtdrukt verwijderd.
Gerelateerde artikels
Chronisch blaaspijnsyndroom
Neurogene blaas
Chronisch pelvisch pijnsyndroom
Volg @plaspraat