Opstaan om te plassen ’s nachts is een zeer vervelend probleem.

Het onderbreekt je nachtrust en heeft op die manier ook een belangrijke impact op hoe je je overdag voelt.

Het is wetenschappelijk bewezen dat mensen die ’s nachts opstaan om te plassen minder fit zijn door de vermoeidheid en meer gezondheidsproblemen ondervinden, zoals depressieve klachten, hoge bloeddruk, meer valaccidenten 's nachts en meer verkeersongevallen overdag.

Bedplassen is een ander nachtelijk plasprobleem dat vooral, maar zeker niet alleen, kinderen treft. 

Het is een onderschat probleem, door het taboe dat er op rust, maar het heeft een belangrijke impact op het zelfbeeld. 

Opstaan om te plassen 's nachts en bedplassen hebben dezelfde onderliggende oorzaken, maar met een verschil van wel en niet wakker worden door de plasdrang. 

Wat is dat nu eigenlijk?

Opstaan om te plassen 's nachts - of nycturie - houdt in dat je wakker wordt tijdens het slapen omdat je moet gaan plassen.

Het plassen wordt dus voorafgegaan én gevolgd door slaap.

Bedplassen - of enuresis nocturna - houdt in dat je niet wakker wordt tijdens het slapen van een plasdrang en in je bed plast. 

Komt dit vaak voor?

Opstaan om te plassen 's nachts komt heel vaak voor en dat op alle leeftijden.

Zowel de kans op nycturie als het aantal keer dat je er uit moet per nacht, nemen toe met ouder worden.

Rond de leeftijd van 50 jaar staan één op de twee mannen minstens één keer per nacht op. 

Bedplassen komt veel minder frequent voor bij volwassen. 

Eén op twintig volwassenen heeft hier nog last van. 

Waarom heb ik hier last van?

Opstaan om te plassen ’s nachts ontstaat meestal door een combinatie van foutief plas- en drinkgedrag en medische oorzaken.

Er zijn twee belangrijke oorzaken ter hoogte van de urinewegen:

  • je maakt teveel urine aan 's nachts

Dit te maken met een gestoorde werking van hormonen die betrokken zijn bij het regelen van de vochthuishouding van je lichaam. 

Er zijn talloze zaken die deze hormonen beïnvloeden, zoals drinken ’s avonds laat, medicatie, slaapstoornissen zoals het slaapapneu syndroom, gezwollen benen ’s avonds,…
Ook het metabool syndroom, wat zich uit door overgewicht, verhoogde cholesterol, bloeddruk en suikerwaarden in het bloed, geeft vaak aanleiding tot opstaan om te plassen 's nachts. 

  • je hebt een te kleine blaas

Belangrijkste boosdoener hierbij is een overactieve blaas.
Onderliggende aandoeningen zoals prostaatvergroting, zenuwaandoeningen met neurogene blaas, blaassteentjes of blaaspoliepen, kunnen ervoor zorgen dat de blaas overmatig geprikkeld wordt en dus geen grote volumes kan ophouden.

Heel vaak gaat het om een combinatie van teveel urineproductie 's nachts en een te kleine blaas.

Dit zijn dezelfde oorzaken als bij bedplassen.

Het grote verschil is dat bij opstaan om te plassen ’s nachts er een correct signaal is van een volle blaas, waardoor je wakker wordt en gaat plassen.

Als dit signaal niet correct verloopt tussen de hersenen en de blaas, plas je in je bed en wordt je pas wakker als het al te laat is.

Wat kan ik zelf doen?

Wordt je slaap regelmatig onderbroken door een plasdrang of heb je last van bedplassen, dan ga je best eens na wat de oorzaak kan zijn. 

Je kan sowieso zelf al een aantal dingen doen om het plasprobleem aan te pakken.

  • pas de tips van urotherapie toe: onderhoud een gezond drink-, plas- en stoelgangspatroon
  • doe aan blaastraining: tracht je plas langer op te houden bij aandrangincontinentie, of ga juist op vaste tijdstippen plassen bij overloopincontinentie
  • hou een plaskalender bij, dit geeft je inzicht in je eigen plas- en drinkgedrag én is nuttig voor je arts als je verdere stappen wil ondernemen


Wat kan je arts doen?

Als geen van bovenstaande zaken verbetering brengt in de klachten, ga je best langs bij je huisarts of uroloog. 

‍Onderzoeken

Je arts zal je vragen stellen over het nachtelijk plassen, maar ook over andere plasklachten, stoelgangsproblemen, pijnklachten,...


Om de oorzaak van je plasklacht te achterhalen zullen onderzoeken worden uitgevoerd (niet noodzakelijk allemaal, afhankelijk van jouw klachten en de bevindingen):

  • lichamelijk onderzoek:
    onderzoek van het geslachtsorgaan om bijvoorbeeld een vernauwing van de plasbuisopening of een te nauwe voorhuid vast te stellen
    prostaatonderzoek waarbij de arts een vinger inbrengt via de aars om afwijkingen aan de prostaat vast te stellen, zoals een vergroting of een verharding
  • bloedonderzoek:
    voor het bepalen van PSA-waarde in het bloed (Prostaat Specifiek Antigen) of een verminderde nierfunctie
  • urineonderzoek:
    voor het uitsluiten van infectie of bloed in de urine
  • beeldvorming van de urinewegen en/of prostaat:
    meestal echografie via de buik van nieren en blaas, via de aars van de prostaat
    zo nodig zal een scan of andere beeldvorming worden uitgevoerd

Om de plasproblemen beter in kaart te brengen zijn volgende onderzoeken noodzakelijk:

  • plaskalender:
    om het plas- en drinkpatroon te beoordelen
  • uroflowmetrie met echo residu:
    om de plasstraal te beoordelen en te kijken of de blaas volledig leeg is na plassen

Afhankelijk van de resultaten van bovenstaande onderzoeken kan het nodig zijn het plasprobleem verder uit te werken met:

  • cystoscopie:
    om de binnenkant van de plasbuis en blaas te beoordelen
  • blaasfunctieonderzoek:
    om de werking van de blaas- en sluitspier tijdens het vullen van de blaas en tijdens plassen te beoordelen

Behandelingen

Als een te hoge urineproductie ’s nachts de oorzaak is van het nachtelijk plassen, en het aanpassen van plas- en drinkgedrag heeft hierop geen effect, is het belangrijk rekening te houden met oorzaken buiten de urinewegen.

Zo kunnen verschillende aandoeningen van hart, lever, nieren, maar ook slaapstoornissen, depressie of medicatie de oorzaak zijn.

Dit wordt best de met de huisarts of specialist bekeken om te zien of verdere uitwerking voor een van deze aandoeningen nodig is.

Als er geen onderliggende oorzaak wordt vermoed of gevonden, dan is er medicatie voorhanden die de urineproductie ’s nachts kan verminderen.

Deze medicatie zorgt ervoor dat je gedurende 6 tot 8 uur alle vocht in je lichaam houdt en de blaas minder snel gevuld wordt.  

Heb je een kleine en overactieve blaas, dan kan medicatie, bekkenbodemtherapie of een operatie, zoals botulinetoxine in de blaas of sacrale neuromodulatie, helpen om de blaas te kalmeren en zo te ondersteunen bij de blaastraining.

Bekkenbodemkinesitherapie kan helpen als de bekkenbodemspieren te gespannen zijn of bij foutief plasgedrag. 

Speelt een prostaatvergroting een rol, kan medicatie of een operatie helpen om vlotter uit te plassen en zo de blaas rustiger te maken.

Volg @plaspraat

// inside body tag