Urineverlies is een zeer vervelend probleem, maar komt vaker voor dan je denkt. 

Het brengt vaak een schaamtegevoel met zich mee, waardoor mensen sociale activiteiten gaan vermijden en het zelfs niet durven aankaarten bij de huisarts. 


Hierdoor blijft het probleem vaak onnodig lang aanslepen, terwijl het meestal goed te behandelen is. 

Wat is dat nu eigenlijk?

Urineverlies of incontinentie betekent dat je niet in staat bent de plas op te houden op momenten dat jij dat wil, je verliest ongewild wat urine.

Er zijn verschillende vormen van urineverlies:

-        Aandrangincontinentie:
je verliest urine bij een plotse hevige plasdrang nog voor het toilet te bereiken

       Stressincontinentie:
je verliest urine bij druk op de blaas door bijvoorbeeld hoesten, lachen, heffen, sporten

-        Overloopincontinentie:
je verliest de ganse dag door wat urine zonder duidelijke uitlokkende factor, daarnaast plas je vaak kleine hoeveelheden kort na elkaar zonder de blaas volledig te kunnen ledigen (vaak onbewust)

-        Bedplassen:
je verliest tijdens het slapen urine zonder dat je wakker wordt van een plasdrang (zie ik moet plassen 's nachts)

Komt dit vaak voor?‍

De kans op urineverlies neemt toe met ouder worden, bij jonge mannen komt het relatief weinig voor.

Ongeveer 5 tot 10% van de mannen ouder dan 65 jaar ervaart ongewild urineverlies. 

Aandrangincontinentie komt het meest frequent voor. 

Waarom heb ik hier last van?

Aandrangincontinentie is een kenmerk van het overactieve blaas syndroom. De blaas trekt samen op een onverwacht moment, waardoor een plotse hevige plasdrang optreedt. Indien deze blaassamentrekking te hevig is zal je urine verliezen nog voor je het toilet kan bereiken.

Stressincontinentie komt bij mannen typisch voor na het verwijderen van de prostaat omwille van prostaatkanker.
Bij deze ingreep wordt niet alleen de prostaat weggenomen, maar ook een deel van de plasbuis en van de spieren onderaan de blaas (blaashals) die bijdragen tot het ophouden van de urine in de blaas.
Als de lager gelegen sluitspier rond de plasbuis onvoldoende kracht heeft om de urine op te houden, zal bij een verhoogde druk op de blaas urineverlies optreden. Typisch gebeurt dit bij hoesten, niezen, lachen, springen, bruuske bewegingen, heffen van zware gewichten, lopen,…

Overloopincontinentie ontstaat bij een luie blaas die onvoldoende samentrekt bij plassen, waardoor de blaas zich niet kan ledigen.
Door het continu overrekken van de blaasspier kan het afsluitingsmechanisme ter hoogte van de blaashals de urine onvoldoende ophouden en kan je de ganse dag door druppels verliezen.

Daarnaast is er ook medicatie voor andere aandoeningen die urineverlies kunnen uitlokken.

  • zware pijnstillers zoals Tramadol, Tradonal, Morfine, Opioïden (urineretentie, constipatie, sufheid, verwardheid)
  • medicatie tegen angst- of slaapstoornissen zoals Lormetazepam, Zolpidem, Zopiclon (verwardheid, sufheid, beperkingen in mobiliteit)
  • bloeddrukverlagers van de groep calciumantagonisten zoals Diltiazem, Verapamil (urineretentie, constipatie, oedeemvorming)
  • bloeddrukverlagers van de groep lisdiuretica, ofwel plaspillen, zoals Burinex, Lasix, Furosemide (snelle blaasvulling, meer aandrang)



Wat kan ik zelf doen?


Als je urineverlies ervaart, is het best om dit met je arts te bespreken, ook al loop je er al jaren mee rond. Over het algemeen is het zo dat hoe vroeger je het probleem aankaart, hoe minder ingrijpend de behandeling is.

Je kan sowieso zelf al een aantal dingen doen om het plasprobleem aan te pakken.

  • pas de tips van urotherapie toe: onderhoud een gezond drink-, plas- en stoelgangspatroon

  • doe aan blaastraining: tracht je plas langer op te houden bij aandrangincontinentie, of ga juist op vaste tijdstippen plassen bij overloopincontinentie

  • hou een plaskalender bij, dit geeft je inzicht in je eigen plas- en drinkgedrag én is nuttig voor je arts als je verdere stappen wil ondernemen

 

Wat kan je arts doen?

Indien de levensstijladviezen en blaastraining geen effect hebben op je urineverlies, ga je best langs bij je huisarts of uroloog.

Onderzoeken

Je arts zal je vragen stellen over het urineverlies, maar ook over andere plasklachten, stoelgangsproblemen, pijnklachten,...


Om de oorzaak van het urineverlies te achterhalen zullen onderzoeken worden uitgevoerd (niet noodzakelijk allemaal, afhankelijk van jouw klachten en de bevindingen):

  • lichamelijk onderzoek:
    onderzoek van het geslachtsorgaan om bijvoorbeeld een vernauwing van de plasbuisopening of een te nauwe voorhuid vast te stellen
    prostaatonderzoek waarbij de arts een vinger inbrengt via de aars om afwijkingen aan de prostaat vast te stellen, zoals een vergroting of een verharding
  • bloedonderzoek:
    voor het bepalen van PSA-waarde in het bloed (Prostaat Specifiek Antigen) of een verminderde nierfunctie
  • urineonderzoek:
    voor het uitsluiten van infectie of bloed in de urine
  • beeldvorming van de urinewegen en/of prostaat:
    meestal echografie via de buik van nieren en blaas, via de aars van de prostaat
    zo nodig zal een scan of andere beeldvorming worden uitgevoerd

Om de plasproblemen beter in kaart te brengen zijn volgende onderzoeken noodzakelijk:

  • plaskalender:
    om het plas- en drinkpatroon te beoordelen
  • uroflowmetrie met echo residu:
    om de plasstraal te beoordelen en te kijken of de blaas volledig leeg is na plassen

Afhankelijk van de resultaten van bovenstaande onderzoeken kan het nodig zijn het plasprobleem verder uit te werken met:

  • cystoscopie:
    om de binnenkant van de plasbuis en blaas te beoordelen
  • blaasfunctieonderzoek:
    om de werking van de blaas- en sluitspier tijdens het vullen van de blaas en tijdens plassen te beoordelen

 

Behandelingen

Bekkenbodemkinesitherapie is de hoeksteen van de behandeling bij stressurineverlies na een prostaatingreep.

Ook bij aandrang- en overloopincontinentie heeft het beter leren op- en ontspannen van de bekkenbodemspieren een positief effect. 

Afhankelijk van het type urineverlies en de onderliggende oorzaak zal de aanpak en het type oefeningen worden aangepast of kan ook zenuwstimulatie worden toegepast. 

Medicatie kan de blaas rustiger maken in het geval van een overactieve blaas en kan zo aandrangincontinentie verhelpen.

Voor stressincontinentie bestaat er medicatie die de sluitspier krachtiger doet samentrekken, omwille van de mogelijke bijwerkingen wordt deze voorbehouden voor mannen bij wie bekkenbodemkinesitherapie onvoldoende effect heeft en een ingreep niet mogelijk is. 

Medicatie voor overloopincontinentie is er niet. Als er bijkomend bijvoorbeeld sprake is van prostaatvergroting, kan medicatie om de prostaat te ontspannen wel helpen om vlotter uit te plassen, maar vaak volstaat dit niet. (
Bij een luie blaas met overloopincontinentie is zelfsondage de hoeksteen van de behandeling. Hierbij wordt de blaas verschillende keren per dag leeggemaakt door kortdurend een sonde in de blaas te brengen.

Ingrepen zoals botulinetoxine in de blaas of sacrale neuromodulatie kunnen de overactieve blaas rustiger maken als bekkenbodemkinesitherapie of medicatie onvoldoende helpt.


Als het trainen van de bekkenbodemspieren onvoldoende is, kan er bij stressincontinentie een kunstsluitspier rond de plasbuis worden aangelegd. Ook een netje om de plasbuis te ondersteunen is een mogelijke behandeling.

In uitzonderlijke gevallen kan een uitgebreide ingreep van de blaas noodzakelijk zijn, zoals een blaasvergroting of het aanleggen van een urostoma. Bijvoorbeeld als een luie blaas en overloopincontinentie niet onder controle te krijgen is en zelfsondage geen optie is.

Is er een onderliggende reden voor het ontstaan van een over- of onderactieve blaas, zoals een prostaatvergroting, neurologische aandoeningen zoals ziekte van Parkinson, hersenbloeding, bepaalde medicatie… dan moet de onderliggende oorzaak zo goed mogelijk worden aangepakt, maar kan één van bovenstaande behandelingen noodzakelijk zijn om de blaas terug onder controle te krijgen.

Volg @plaspraat

// inside body tag