Blaastraining is een belangrijke behandeling bij plasklachten door:

  • een te kleine blaasinhoud en te vaak plassen, zoals bij een overactieve blaas
  • een te grote blaasinhoud en te weinig plassen, zoals bij een luie blaas

Het kan de eerste en enige behandeling zijn, of een aanvulling zijn bij medicatie, bekkenbodemtherapie of na een operatie, zoals botulinetoxine in de blaas of sacrale neuromodulatie

Om de blaastraining zo goed mogelijk af te stemmen op jouw plasklachten, zal je arts, kinesist of verpleegkundige samen met jou het volgende bespreken:

  • je plasklachten
  • de resultaten van jouw plaskalender ten opzichte van normaal plas- en drinkgedrag
  • wat je wil bereiken, bv minder vaak moeten plassen, 's nachts kunnen doorslapen, terug uitstapjes kunnen doen zonder zorgen
  • wat de blaastraining inhoudt

Op basis van de plaskalender worden het aantal keer plassen en het gemiddelde tijdsinterval tussen 2 plassen berekend. 

Er wordt vastgelegd wat het gewenste eindresultaat (plasfrequentie en tijdsduur tussenin) is en hoeveel tijd daarvoor wordt voorzien om dit te bereiken.

De duur van de behandeling hangt af van hoe goed de blaastraining verloopt, maar zal minstens 6 weken duren. 

Je kan zelf je vooruitgang opvolgen door regelmatig een plaskalender (1 dag) bij te houden. 

Op het einde van de vooraf besproken periode wordt bekeken of het doel is bereikt, of de plasklachten verdwenen, verminderd of onveranderd zijn.

Blaastraining bij kleine blaas

Een gestandaardiseerd plasschema start met gaan plassen om het uur (enkel overdag) gedurende een periode die wordt overeengekomen, bv. 1 week.

Een persoonlijk plasschema start met het gemiddelde interval tussen 2 plassen op basis van de plaskalender.

Er wordt afgesproken volgens welk tijdschema en met welke toename het interval wordt opgedreven, bijvoorbeeld met 5, 10, 15 of 30 minuten per week. 

Als er sprake is van hevige aandrang kunnen volgende ophoudmanieren worden aangeleerd om de blaastraining goed te kunnen toepassen:

  • relaxatie

als de aandrang opkomt stop je met wat je aan het doen bent

je gaat zitten, zo mogelijk

je ontspant je ganse lichaam, vooral de buik

je focust op traag, gecontroleerd ademen

  • opspannen van de bekkenbodem

trek de bekkenbodem snel 5 tot 8 keer samen, zonder de buikspieren op te spannen

  • afleiding

voer een mentale activiteit uit die concentratie vraag om zo afgeleid te worden van de hevige plasdrang

bv. tel achteruit vanaf 100 in stappen van 7, bedenk een meisjesnaam met elke letter van het alfabet, zing luidop,...

  • gebruik positieve stellingen

zeg tegen jezelf "ik kan mijn blaas onder controle houden" of "ik moet niet naar het toilet" en herhaal dit

  • druk tegen de bekkenbodem

ga zitten op een hard oppervlak, op een opgerolde handdoek of hurk neer en druk met je hiel tegen de bekkenbodem tot de aandrang verdwijnt

Eenmaal de aandrang verdwenen is en het is toegestaan te gaan plassen volgens het plasschema (interval is bereikt), dan mag je naar het toilet. 

Hou voor jezelf bij hoe vaak je hevige aandrang hebt, hoe lang dit duurt of je het onder controle kreeg met een van bovenstaande manieren, of er urineverlies was,...

Het zelfmonitoren zorgt ervoor dat je de behandeling nauwgezet toepast en betere resultaten bereikt. 

Hou af en toe een volledige dag een plaskalender bij om het volledige plas- en drinkgedrag op te volgen. 

Blaastraining bij grote blaas

Bij weinig plassen door een luie blaas en verminderd blaasgevoel, kunnen plasklachten zoals urineverlies verbeteren door het interval tussen 2 plassen te verminderen. 

In ideale omstandigheden ga je om de 3 à 4 uur plassen bij een normale vochtinname. 

Op basis van je plaskalender zal worden besproken hoe je je plas- en drinkgedrag moet aanpassen. 

Bv. plassen om 8u, 12u, 16u, 20u en 24u ofwel bij het ontbijt, bij het middageten, in de late namiddag en voor slapengaan.

Maak gebruik van een alarm op je gsm of van een tril- of alarmhorloge die je op de vaste tijdstippen een signaal geeft te moeten gaan plassen. 

Hou af en toe een dag een plaskalender bij om de evolutie op te volgen.

Referenties

  • Funada S, Ikeda Y, Morioka R, et al. Bladder training for treating overactive bladder in adults. Cochrane Database Syst Rev. 2023;10(10):CD013571.
  • Deze systematische review onderzocht de effectiviteit van blaastraining bij volwassenen met een overactieve blaas. De resultaten suggereren dat blaastraining mogelijk effectiever is in het verbeteren van symptomen dan geen behandeling of anticholinergica, met mogelijk minder bijwerkingen.
  • Rocha AK, Santos SSC, Diniz PRB, et al. Isolated bladder training or in combination with other therapies to improve overactive bladder symptoms: A systematic review and meta-analysis. Braz J Phys Ther. 2024;28(1):101-113.
  • Deze studie vergeleek geïsoleerde blaastraining met blaastraining gecombineerd met andere therapieën voor de behandeling van overactieve blaassymptomen. De resultaten toonden aan dat zowel blaastraining als medicamenteuze behandeling op zichzelf geen significante verbetering gaven bij patiënten met een overactieve blaas.
  • Karaaslan Y, Toprak Celenay S, Kucukdurmaz F. Comparison of pelvic floor muscle training with connective tissue massage to pelvic floor muscle training alone in women with overactive bladder: A randomized controlled study. J Manipulative Physiol Ther. 2021;44(4):295-306.
  • Deze gerandomiseerde gecontroleerde studie onderzocht de effecten van bekkenbodemspiertraining gecombineerd met bindweefselmassage versus alleen bekkenbodemspiertraining bij vrouwen met overactieve blaassymptomen. De combinatiebehandeling resulteerde in significante verbeteringen in symptomen en levenskwaliteit.
  • Toprak Celenay S, Korkut Z, Oskay K, Aydin A. The effects of pelvic floor muscle training combined with Kinesio taping on bladder symptoms, pelvic floor muscle strength, and quality of life in women with overactive bladder syndrome: A randomized sham-controlled trial. Physiother Theory Pract. 2022;38(2):266-275.
  • Deze studie evalueerde de effectiviteit van bekkenbodemspiertraining gecombineerd met Kinesio-taping bij vrouwen met overactieve blaassyndroom. De resultaten toonden aan dat de combinatiebehandeling superieur was aan de placebobehandeling in het verbeteren van blaassymptomen en levenskwaliteit.
  • Fitz F, Sartori M, Girão MJ, Castro R. Pelvic floor muscle training for overactive bladder symptoms - A prospective study. Rev Assoc Med Bras (1992). 2017;63(12):1032-1038.
  • Deze prospectieve studie onderzocht de effectiviteit van bekkenbodemspiertraining bij vrouwen met overactieve blaassymptomen. De resultaten suggereerden significante verbeteringen in symptomen en een verhoogde levenskwaliteit na de interventie.
  • Ayeleke RO, Hay-Smith EJ, Omar MI. Pelvic floor muscle training added to another active treatment versus the same active treatment alone for urinary incontinence in women. Cochrane Database Syst Rev. 2015;11(11):CD010551.
  • Deze Cochrane-review evalueerde het effect van bekkenbodemspiertraining toegevoegd aan een andere actieve behandeling versus dezelfde actieve behandeling alleen bij vrouwen met urine-incontinentie. De combinatiebehandeling resulteerde in betere uitkomsten dan de enkele behandeling.
  • Bo K, Herbert RD. There is not yet strong evidence that pelvic floor muscle training is effective for overactive bladder symptoms. J Physiother. 2013;59(3):159-160.
  • Deze publicatie benadrukt het gebrek aan sterke bewijzen voor de effectiviteit van bekkenbodemspiertraining bij overactieve blaassymptomen en roept op tot meer rigoureus onderzoek op dit gebied.
  • Nguyen TL, et al. Behavioral interventions for urinary incontinence: A meta-analysis of randomized controlled trials. J Clin Med. 2021;10(7):1345. doi:10.3390/jcm10071345. ​
  • Deze meta-analyse onderzocht de effectiviteit van gedragsinterventies, waaronder blaastraining, bij de behandeling van urine-incontinentie. De resultaten toonden aan dat dergelijke interventies significante verbeteringen in incontinentie-episodes en levenskwaliteit opleverden.
  • Fantl JA, Wyman JF, Anderson RL, et al. Bladder training in the management of urge incontinence. Obstet Gynecol. 1991;78(5 Pt 1): 946-951. ​
  • Deze gerandomiseerde klinische studie toonde aan dat blaastraining resulteerde in een gemiddelde afname van 57% in incontinentie-episodes bij vrouwen van 55 jaar en ouder, wat wijst op de effectiviteit van blaastraining bij de behandeling van aandrangincontinentie.
  • Share this post
    Vrouwen - Behandelingen

    Gerelateerde artikels

    Volg @plaspraat