De blaas is de opslagplaats van urine die door de nieren wordt aangemaakt. Door het samentrekken van de blaasspier kan deze urine worden uitgeplast.
In de blaaswand kan zich een kwaadaardige tumor ontwikkelen, dit is blaaskanker.
Deze blaastumor kan een soort bloemkoolachtige uitstulping van de blaaswand zijn, een blaaspoliep, of een vlakke rode zone in de blaaswand.
De tumor kan enkel de bovenlaag van de blaaswand aantasten of doordringen tot in de spierlaag.
Welke klachten kan je ervaren?
In een vroeg stadium veroorzaakt blaaskanker weinig klachten.
Je kan echter ook volgende klachten ervaren:
- pijn bij plassen of bij blaasvulling
Geen van deze klachten zijn specifiek voor blaaskanker, maar het is wel best dit verder te laten onderzoeken.
Zeker bij bloed in de urine moet je je arts raadplegen.
Hoe ontstaat het?
Blaaskanker is de tiende meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen en treft vooral vrouwen boven de 60 jaar.
Het komt minder frequent voor bij vrouwen dan bij mannen, maar wordt vaak pas laattijdig vastgesteld, omdat de klachten lijken op blaasontstekingen.
Hierdoor hebben vrouwen een slechtere prognose.
De belangrijkste risicofactor voor het ontwikkelen van een blaastumor is roken.
Ook langdurige blootstelling aan bepaalde chemische producten (producten in verf, drukkerij, rubber, textiel) verhoogt het risico op blaaskanker.
Hoe wordt het vastgesteld?
Het belangrijkste onderzoek om een blaaspoliep of verdachte zone van de blaaswand vast te stellen is een cystoscopie of cameraonderzoek van de blaas.
Een urineonderzoek waarbij de cellen in urine worden onderzocht (urinecytologie) kan al kwaadaardige cellen aantonen.
De bevestiging van een blaastumor wordt pas bekomen door de blaaspoliep of verdachte zone weg te nemen tijdens een operatie, transurethrale resectie van de blaas of TURB.
Het weefsel dat tijdens de ingreep wordt weggenomen wordt in het laboratorium verder onderzocht.
Om uit te sluiten dat het slijmvlies van de urineleiders ook is aangetast kan een CT scan van de nieren en urineleiders met contraststof voorafgaand of volgend op de ingreep noodzakelijk zijn.
Wordt vastgesteld dat een blaastumor tot in de blaasspier is gegroeid, kan ook een CT scan van de longen nodig zijn om uitzaaiingen uit te sluiten.
Hoe wordt het behandeld?
Bij de meerderheid van de blaastumoren is de operatie waarbij de tumor wordt weggenomen de belangrijkste behandeling.
Om herval te vermijden, worden vaak na de ingreep blaasspoelingen uitgevoerd. Hierbij wordt een chemische stof die de groei van kwaadaardige cellen tegengaat via een blaassonde in de blaas gebracht.
Bij een tumor die diep in de blaaswand groeit zal het wegnemen van de tumor niet volstaan en wordt de blaas in zijn geheel weggenomen.
Dit is een uitgebreide ingreep waarbij meteen ook een nieuwe blaas wordt gemaakt uit darmweefsel. Deze darmblaas zal ofwel een opening hebben naar de buikwand(urostoma) ofwel worden verbonden met het uiteinde van de eigen plasbuis (neoblaas).
Is een ingreep niet (meer/meteen) mogelijk kan chemotherapie of immunotherapie de groei en uitzaaiingen van de blaastumor vertragen.
Volg @plaspraat